... newer stories
Donnerstag, 30. Mai 2019
autisme
geenenpsychologie, 10:09h
autisme
Om autisme te begrijpen moeten we weten hoe het brein functioneert. Zonder die kennis is geen goede omgang en behandeling mogelijk.
De mens heeft een zeer lage snelheid voor het schakelen van elektrische en daarmee informatie-signalen. Dit bepaalt de mogelijke architectuur van de werking van het brein.
Een computer werkt met metaalgeleiders als leidingen en halfgeleiders als schakelaars. De snelheid ligt bij een paar miljard stappen per seconde . De mens moet het doen met enkele tientallen stappen per seconde vanwege de zout-ionen (elektrolieten) als schakelaars. Toch presteert de mens en ook het dier uitstekend. Als ik bv. zeg aap, dan weet de luisteraar direkt wat dit voorstelt en dat het woord (begrip) bestaat. Een fenomenale prestatie bij die geringe stapfrequentie.
Het bewustzijn kan dit niet. Het “onderbewustzijn” , vanaf hier noem ik het, het autonome brein, voert die functie uit.
Volgens mij doet dit autonome brein ongeveer alles en beperkt het bewustzijn zich tot kiezen en bijsturen, richting-geven.
Als je aan het praten bent, dan denkt je wellicht, dat je alles ter plaatse formuleert. Niet volgens mij dus. Je bent domweg te langzaam.
Maar opzoeken gaat in 1 stap. Als je praat staat alles ook voortdurend op een interne informatiebaan . Als alles van het bewustzijn ook doorlopend op een interne bus staat, dan kan alles langs deze bus voortdurend vergelijken (correleren) met de eigen geheugeninhoud en bij voldoende overeenstemming antwoorden. Het autonome brein levert zo doorlopend een beperkt aantal beste vervolgzinnen / gedachten. Het bewustzijn hoeft niets te vragen, het is kiezen en gebruiken
Intermezzo.
Als je je afvraagt, hoe kan dat autonome brein dat dan, het volgende.
Als je 1 miljoen en 1 euro op de bank hebt staan, dan staat er 2 keer een 1.
De plaats bepaald de waarde. In het brein is dat net zo. Plaats bepaalt belang. Het autonome brein is voortdurend bezig belang te waarderen en positioneren, ook tijdens de slaap.
De informatie in het brein is dus niet egalitair georganiseerd, maar naar belangrijkheid en daarmee dus ook de interne lijnen.
Einde intermezzo
Je kunt alleen praten m.b.v. wat er al is, wat betekenis heeft. Betekenistoekenning is in het begin heel moeilijk. Moeders snappen dat en wijzen onvermoeibaar naar zichzelf , mama, mama, mama en wijzen naar de peuter : Lisa. Op een gegeven moment valt het kwartje. En langzaamaan gaat het steeds sneller. Het autonome brein moet echter wel zelfstandig beslissen wat belangrijk is. Het autonome brein is geen stuwmeer van gelijkwaardige begrippen/ woorden. Ook complexere gedachten / begrippen moeten een plaats kunnen krijgen , en ook verhalen (iets anders dan losse woorden). Kortom er is organisatie nodig. Het autonome brein doet dit grotendeels zelfstandig.
Stel nu dat je op een bepaald gebied een beperkter prefab zinnen-bestand hebt, bv op small talk gebied is er wat hapering geweest tijdens de opbouw, bv omdat je de hormonen een tijdje wat anders stonden of omdat je erg verlegen was, of omdat de sociale situatie daar aanleiding toe gaf. Als je relevante zinnen-database te beperkt is, dan gaat jouw bewustzijn dat niet goedmaken met eigen real-time produktie. Het blijft ondermaats en oplossingen op een te hoog abstractieniveau, je moet bepaalde scripts gebruiken, bv. wat over jezelf vertellen of wat persoonlijks vragen, zijn gedoemd om matig te scoren. Naprogrammeren is de oplossing. Idem voor bijpassende sociale kijkinteractieprogramma´s.
We praten niet alleen, we bewegen ook. Lopen springen, zwemmen , dansen etc. Iemand die veel danservaring heeft, allerlei losse stappen kent, kan deze ook combineren en er een vloeiend geheel van maken. Net als bij praten staan de vervolgvarianten klaar. Persoonstypische houdingen of bewegingen zijn dus geen gevolg van spieren en botten , maar van bewegingsprogramma.s.
Naast praten, kijken en bewegen, hebben we ook complete reacties, gedragsgroepen, op aanleidingen. Ook hier worden de gedragingen niet ter plaatse bedacht, maar gekozen uit de aangeleverde gedragsrepertoire eenheden.
Voelen doen we ook, Net als bij praten, denken mensen dat deze gevoelens op dat moment als gevoel ontwikkeld (vergelijk bij praten geformuleerd) worden. Ik ga ervan uit dat de meeste gevoelens uit het geheugen opgehaald worden en aan de betreffende hersenorganen gelevert worden om er een voor de mens een bruikbaar “gevoel” van te maken. (oa. ook Chronische vermoeidheid).
Leren
Leren is het vullen van de betreffende databases in het autonome deel.
Taal en basisintelligentie thuis, sociale interactie in passende sociale omgevingen, vervolg taal rekenen etc. op school. Sommige dingen leert het brein het beste in bepaalde leeftijdgebieden.
Bij het leren moet je volgens mij dus bedenken dat het autonome deel er iets mee kan. Dat verloopt maar voor een deel via het bewustzijn.
Je hoeft niets te weten als je het maar op internet kunt vinden is onzin. Denken en evalueren vereist autonoom weten. Het autonome deel is ook zelf intelligent.
Is er sprake van een leerachterstand (bv laag-geletterdheid, autisme ), dan moet je op het juiste abstractieniveau bijleren.
Gedrag.
We halen nagenoeg alles op uit ons brein. Ook gedrag. Eenmaal aangeleerd, dan durf ik wel te voorspellen, dat het terugkomt.
Heb je je aangeleerd om egoistisch te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om dominant te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om strijdbaar te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om zachtaardig te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je jezelf aangeleerd om seks met kinderen te hebben, vervolg redelijk stabiel
Je kunt zo doorgaan.
We slaan alles op in combinatie, inclusief het bijpassende gevoel. Denk je da je op een gegeven moment een bepaald gevoel hebt, 10 tegen 1 dat het mee-opgeslagen gevoel is dat bij je huidige activiteit hoort.
Ben je bang van spinnen, die spin doet jouw echt niets, 100 % zeker, maar dat gevoel is echt.
Ben je oververmoeid, dan voel je je ook oververmoeid. Dat klopt 100 %
Houd dat langere tijd aan, dan programmeer je jezelf daarop.
Valt de bron weg, bv. je werkt niet meer, dan kan het programma wel doorlopen. We slaan vaak herhaalde programma`s met prioriteit op, inclusief het bijpassende gevoel. Ook als de bron weg is, het gevoel is nog 100 % echt.
Er kan dan sprake zijn van 100 % werkelijk gevoelde chronische vermoeidheid.
Het werkingsmodel is dus als volgt.
In een bepaalde periode is er om wat voor reden dan ook een oorzaak, noemen we A
A leidt tot een andere database vulling B
B leidt tot ander ( vergeleken met de gemiddelde mens) gedrag C
Is A later weggevallen, dan leidt B nog steeds tot C
Heb je op een ander terrein ernstig last van iets, dan ontwikkel je gevolg-gedrag. Als dat aanhoud wordt dat gedrag autonoom doorlopend. Probeert een therapeut de oorspronkelijke bron kleiner te maken, dan kan de gedragsreactie toch stabiel doorlopen.
Gevoelens zijn al gekoppeld aan de attitude-cognitie-denken-eenheden. Dus we hoeven niet telkens opnieuw te ontwikkelen hoe we ons voelen over een item, het is inclusief geprogrammeerd.
Net als in het vlucht- of vechtgedrag, kan iemand zo'n soortgelijke vooringenomenheid ook hebben in meer positieve / optimistische versus meer onzekere, negatieve mentale toestand.. Op de lange termijn leiden negatieve gevoelens tot overeenkomstige negatieve cognities en vice versa. De wederzijdse intelligentie (het uitwisselen van gevoelens van cognities) gaat verloren wanneer mensen, vrijwillig of niet, sociale uitwisseling verminderen en beperkt worden tot individuele intelligentie alleen. Wederzijdse intelligentie is natuurlijk altijd meer, midden op de weg en daarmee stabieler.
Om autisme te begrijpen moeten we weten hoe het brein functioneert. Zonder die kennis is geen goede omgang en behandeling mogelijk.
De mens heeft een zeer lage snelheid voor het schakelen van elektrische en daarmee informatie-signalen. Dit bepaalt de mogelijke architectuur van de werking van het brein.
Een computer werkt met metaalgeleiders als leidingen en halfgeleiders als schakelaars. De snelheid ligt bij een paar miljard stappen per seconde . De mens moet het doen met enkele tientallen stappen per seconde vanwege de zout-ionen (elektrolieten) als schakelaars. Toch presteert de mens en ook het dier uitstekend. Als ik bv. zeg aap, dan weet de luisteraar direkt wat dit voorstelt en dat het woord (begrip) bestaat. Een fenomenale prestatie bij die geringe stapfrequentie.
Het bewustzijn kan dit niet. Het “onderbewustzijn” , vanaf hier noem ik het, het autonome brein, voert die functie uit.
Volgens mij doet dit autonome brein ongeveer alles en beperkt het bewustzijn zich tot kiezen en bijsturen, richting-geven.
Als je aan het praten bent, dan denkt je wellicht, dat je alles ter plaatse formuleert. Niet volgens mij dus. Je bent domweg te langzaam.
Maar opzoeken gaat in 1 stap. Als je praat staat alles ook voortdurend op een interne informatiebaan . Als alles van het bewustzijn ook doorlopend op een interne bus staat, dan kan alles langs deze bus voortdurend vergelijken (correleren) met de eigen geheugeninhoud en bij voldoende overeenstemming antwoorden. Het autonome brein levert zo doorlopend een beperkt aantal beste vervolgzinnen / gedachten. Het bewustzijn hoeft niets te vragen, het is kiezen en gebruiken
Intermezzo.
Als je je afvraagt, hoe kan dat autonome brein dat dan, het volgende.
Als je 1 miljoen en 1 euro op de bank hebt staan, dan staat er 2 keer een 1.
De plaats bepaald de waarde. In het brein is dat net zo. Plaats bepaalt belang. Het autonome brein is voortdurend bezig belang te waarderen en positioneren, ook tijdens de slaap.
De informatie in het brein is dus niet egalitair georganiseerd, maar naar belangrijkheid en daarmee dus ook de interne lijnen.
Einde intermezzo
Je kunt alleen praten m.b.v. wat er al is, wat betekenis heeft. Betekenistoekenning is in het begin heel moeilijk. Moeders snappen dat en wijzen onvermoeibaar naar zichzelf , mama, mama, mama en wijzen naar de peuter : Lisa. Op een gegeven moment valt het kwartje. En langzaamaan gaat het steeds sneller. Het autonome brein moet echter wel zelfstandig beslissen wat belangrijk is. Het autonome brein is geen stuwmeer van gelijkwaardige begrippen/ woorden. Ook complexere gedachten / begrippen moeten een plaats kunnen krijgen , en ook verhalen (iets anders dan losse woorden). Kortom er is organisatie nodig. Het autonome brein doet dit grotendeels zelfstandig.
Stel nu dat je op een bepaald gebied een beperkter prefab zinnen-bestand hebt, bv op small talk gebied is er wat hapering geweest tijdens de opbouw, bv omdat je de hormonen een tijdje wat anders stonden of omdat je erg verlegen was, of omdat de sociale situatie daar aanleiding toe gaf. Als je relevante zinnen-database te beperkt is, dan gaat jouw bewustzijn dat niet goedmaken met eigen real-time produktie. Het blijft ondermaats en oplossingen op een te hoog abstractieniveau, je moet bepaalde scripts gebruiken, bv. wat over jezelf vertellen of wat persoonlijks vragen, zijn gedoemd om matig te scoren. Naprogrammeren is de oplossing. Idem voor bijpassende sociale kijkinteractieprogramma´s.
We praten niet alleen, we bewegen ook. Lopen springen, zwemmen , dansen etc. Iemand die veel danservaring heeft, allerlei losse stappen kent, kan deze ook combineren en er een vloeiend geheel van maken. Net als bij praten staan de vervolgvarianten klaar. Persoonstypische houdingen of bewegingen zijn dus geen gevolg van spieren en botten , maar van bewegingsprogramma.s.
Naast praten, kijken en bewegen, hebben we ook complete reacties, gedragsgroepen, op aanleidingen. Ook hier worden de gedragingen niet ter plaatse bedacht, maar gekozen uit de aangeleverde gedragsrepertoire eenheden.
Voelen doen we ook, Net als bij praten, denken mensen dat deze gevoelens op dat moment als gevoel ontwikkeld (vergelijk bij praten geformuleerd) worden. Ik ga ervan uit dat de meeste gevoelens uit het geheugen opgehaald worden en aan de betreffende hersenorganen gelevert worden om er een voor de mens een bruikbaar “gevoel” van te maken. (oa. ook Chronische vermoeidheid).
Leren
Leren is het vullen van de betreffende databases in het autonome deel.
Taal en basisintelligentie thuis, sociale interactie in passende sociale omgevingen, vervolg taal rekenen etc. op school. Sommige dingen leert het brein het beste in bepaalde leeftijdgebieden.
Bij het leren moet je volgens mij dus bedenken dat het autonome deel er iets mee kan. Dat verloopt maar voor een deel via het bewustzijn.
Je hoeft niets te weten als je het maar op internet kunt vinden is onzin. Denken en evalueren vereist autonoom weten. Het autonome deel is ook zelf intelligent.
Is er sprake van een leerachterstand (bv laag-geletterdheid, autisme ), dan moet je op het juiste abstractieniveau bijleren.
Gedrag.
We halen nagenoeg alles op uit ons brein. Ook gedrag. Eenmaal aangeleerd, dan durf ik wel te voorspellen, dat het terugkomt.
Heb je je aangeleerd om egoistisch te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om dominant te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om strijdbaar te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om zachtaardig te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je jezelf aangeleerd om seks met kinderen te hebben, vervolg redelijk stabiel
Je kunt zo doorgaan.
We slaan alles op in combinatie, inclusief het bijpassende gevoel. Denk je da je op een gegeven moment een bepaald gevoel hebt, 10 tegen 1 dat het mee-opgeslagen gevoel is dat bij je huidige activiteit hoort.
Ben je bang van spinnen, die spin doet jouw echt niets, 100 % zeker, maar dat gevoel is echt.
Ben je oververmoeid, dan voel je je ook oververmoeid. Dat klopt 100 %
Houd dat langere tijd aan, dan programmeer je jezelf daarop.
Valt de bron weg, bv. je werkt niet meer, dan kan het programma wel doorlopen. We slaan vaak herhaalde programma`s met prioriteit op, inclusief het bijpassende gevoel. Ook als de bron weg is, het gevoel is nog 100 % echt.
Er kan dan sprake zijn van 100 % werkelijk gevoelde chronische vermoeidheid.
Het werkingsmodel is dus als volgt.
In een bepaalde periode is er om wat voor reden dan ook een oorzaak, noemen we A
A leidt tot een andere database vulling B
B leidt tot ander ( vergeleken met de gemiddelde mens) gedrag C
Is A later weggevallen, dan leidt B nog steeds tot C
Heb je op een ander terrein ernstig last van iets, dan ontwikkel je gevolg-gedrag. Als dat aanhoud wordt dat gedrag autonoom doorlopend. Probeert een therapeut de oorspronkelijke bron kleiner te maken, dan kan de gedragsreactie toch stabiel doorlopen.
Gevoelens zijn al gekoppeld aan de attitude-cognitie-denken-eenheden. Dus we hoeven niet telkens opnieuw te ontwikkelen hoe we ons voelen over een item, het is inclusief geprogrammeerd.
Net als in het vlucht- of vechtgedrag, kan iemand zo'n soortgelijke vooringenomenheid ook hebben in meer positieve / optimistische versus meer onzekere, negatieve mentale toestand.. Op de lange termijn leiden negatieve gevoelens tot overeenkomstige negatieve cognities en vice versa. De wederzijdse intelligentie (het uitwisselen van gevoelens van cognities) gaat verloren wanneer mensen, vrijwillig of niet, sociale uitwisseling verminderen en beperkt worden tot individuele intelligentie alleen. Wederzijdse intelligentie is natuurlijk altijd meer, midden op de weg en daarmee stabieler.
... link (0 Kommentare) ... comment
Samstag, 18. Mai 2019
geenenpsychologie, 18:03h
Ik denk dat ik weet hoe het menselijk (en dierlijk) brein werkt..
geenenpsychologie, hoe werkt het brein
Basispsychologie
Nu zien we ons brein als een black box met een bewustzijn en een wat ongedefinieerd onderbewustzijn en de soms moeizame output van dat brein,
Een aantal problemen:
Dementie
Schizofrenie
Depressie
Autisme
Ptss
Chronische vermoeidheid (niet ieders mening)
Burn out
Problematisch relatieleven
zelfdoding
Etc.
Er is geen basiskennis over het functioneringsmodel van ons brein en er lijkt ook weinig ambitie in die richting te zijn.
Laat u uw auto repareren door een sleutelaar die niet weet hoe de motor werkt? Bij mensen doen we dit op grote schaal.
Bij wereldwijd meer dan 300 miljoen depressieve mensen en daarvan 10 tot 15 % zelfdoding , dan ga je dat probleem niet oplossen zonder theorie.
Dus er moet theorie-ambitie komen, liever foute dan geen, van fouten kun je leren, van nietsdoen niet.
Mijn voorstel.
De black box openen.
Een computer werkt met metaalgeleiders als leidingen en halfgeleiders als schakelaars. De snelheid ligt bij een paar miljard stappen per seconde . De mens moet het doen met enkele tientallen stappen per seconde vanwege de zout-ionen (elektrolieten) als schakelaars. Toch presteert de mens en ook het dier uitstekend. Als ik bv. zeg aap, dan weet de luisteraar direkt wat dit voorstelt en dat het woord (begrip) bestaat. Een fenomenale prestatie bij die geringe stapfrequentie.
Het bewustzijn kan dit niet. Het “onderbewustzijn” , vanaf hier noem ik het, het autonome brein, voert die functie uit.
Volgens mij doet dit autonome brein ongeveer alles en beperkt het bewustzijn zich tot kiezen en bijsturen, richting-geven.
Als je aan het praten bent, dan denkt je wellicht, dat je alles ter plaatse formuleert. Niet volgens mij dus. Je bent domweg te langzaam.
Maar opzoeken gaat in 1 stap. Als je praat staat alles ook voortdurend op een interne bus. Het autonome brein levert doorlopend een beperkt aantal beste vervolgzinnen / gedachten. Het brein hoeft niets te vragen, het is kiezen en gebruiken. Als alles van het bewustzijn ook doorlopend op een interne bus staat, dan kan alles langs deze bus voortdurend vergelijken (correleren) met de eigen geheugeninhoud en bij voldoende overeenstemming antwoorden.
Intermezzo. Als je je afvraagt, hoe kan dat autonome brein dat dan, het volgende.
Als je 1 miljoen en 1 euro op de bank hebt staan, dan staat er 2 keer een 1.
De plaats bepaalt de waarde. In het brein is dat net zo. Plaats bepaalt belang. Het autonome brein is voortdurend bezig belang te waarderen en positioneren, ook tijdens de slaap.
De informatie in het brein is dus niet egalitair georganiseerd, maar naar belangrijkheid en daarmee dus ook de interne lijnen.
Einde intermezzo
Je kunt alleen praten m.b.v. wat er al is, wat betekenis heeft. Betekenistoekenning is in het begin heel moeilijk. Moeders snappen dat en wijzen onvermoeibaar naar zichzelf , mama, mama, mama en wijzen naar de peuter : Lisa. Op een gegeven moment valt het kwartje. En langzaamaan gaat het steeds sneller. Het autonome brein moet echter wel zelfstandig beslissen wat belangrijk is. Het autonome brein is geen stuwmeer van gelijkwaardige begrippen/ woorden. Ook complexere gedachten / begrippen moeten een plaats kunnen krijgen , en ook verhalen (iets anders dan losse woorden). Kortom er is organisatie nodig. Het autonome brein doet dit grotendeels zelfstandig.
Intermezzo 2.
Stel nu dat je op een bepaald gebied nauwelijks zo´n prefab zinnen-bestand hebt, bv op small talk gebied is er wat hapering geweest tijdens de opbouw, bv omdat je een beetje autistisch bent of erg verlegen of wat anders. Als je relevante zinnen-database te beperkt is, dan gaat jouw bewustzijn dat niet goedmaken met eigen real-time produktie. Het blijft ondermaats en oplossingen op een te hoog abstractieniveau, je moet bepaalde scripts gebruiken, bv. wat over jezelf vertellen of wat persoonlijks vragen, zijn gedoemd om matig te scoren. Naprogrammeren is de oplossing. Idem voor bijpassende sociale kijkprogramma´s.
Einde intermezzo 2
We praten niet alleen, we bewegen ook. Lopen springen, zwemmen , dansen etc. Iemand die veel danservaring heeft, allerlei losse stappen kent, kan deze ook combineren en er een vloeiend geheel van maken. Net als bij praten staan de vervolgvarianten klaar. Persoonstypische houdingen of bewegingen zijn dus geen gevolg van spieren en botten , maar van bewegingsprogramma.s.
Intelligentie
We kijken nu alleen naar de intelligentie zelf, de werkelijke intelligentie , niet naar iq. , (de potentiele intelligentie).
Het autonome brein is zelf voortdurend bezig met zaken naar belangrijkheid te ordenen. Belangrijkere zaken, meer abstracte zaken staan apart gehuisvest.
Oplossingen voor groepen van soortgelijke problemen worden dan ook in het betreffend gebied geplaatst. Intelligentie is een maat voor het aantal van dit soort oplossingen.
Intelligentie is dus leerbaar. Het iq. wordt daarom bij een test gecorrigeerd voor extra aangeleerde oplossingen (schooltype). Voor slimmere ouders wordt niet gecorrigeerd.
Je kunt wel oplossingen zelf produceren, creativiteit loopt ook hier echter zeer langzaam. Het wekenlang broeden op een thema helpt. Steeds heroverwegen, andere invalshoeken, transfer vanuit andere intelligentiegebieden kan, ook in de slaap, tot nieuwe inzichten (intelligentie) leiden. In het algemeen is nieuw denken langzaam incrementeel.
Leren
Leren is het vullen van de betreffende databases in het autonome deel.
Taal en basisintelligentie thuis, sociale interactie in passende sociale omgevingen, vervolg taal rekenen etc. op school. Sommige dingen leert het brein het beste in bepaalde leeftijdgebieden.
Bij het leren moet je volgens mij dus bedenken dat het autonome deel er iets mee kan. Dat verloopt maar voor een deel via het bewustzijn.
Je hoeft niets te weten als je het maar op internet kunt vinden is onzin. Denken en evalueren vereist autonoom weten. Het autonome deel is ook zelf intelligent.
Is er sprake van een leerachterstand (bv laag-geletterdheid), dan moet je op het juiste abstractieniveau bijleren.
Gedrag.
We halen nagenoeg alles op uit ons brein. Ook gedrag. Eenmaal aangeleerd, dan durf ik wel te voorspellen, dat het terugkomt.
Heb je je aangeleerd om egoistisch te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om dominant te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om strijdbaar te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om zachtaardig te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je jezelf aangeleerd om seks met kinderen te hebben, vervolg redelijk stabiel
Je kunt zo doorgaan.
We slaan alles op in combinatie, inclusief het bijpassende gevoel. Denk je da je op een gegeven moment een bepaald gevoel hebt, 10 tegen 1 dat het mee-opgeslagen gevoel is dat bij je huidige activiteit hoort.
Ben je bang van spinnen, die spin doet jouw echt niets, 100 % zeker, maar dat gevoel is echt.
Ben je oververmoeid, dan voel je je ook oververmoeid. Dat klopt 100 %
Houd dat langere tijd aan, dan programmeer je jezelf daarop.
Valt de bron weg, bv. je werkt niet meer, dan kan het programma wel doorlopen. We slaan vaak herhaalde programma`s met prioriteit op, inclusief het bijpassende gevoel. Ook als de bron weg is, het gevoel is nog 100 % echt.
Er kan dan sprake zijn van 100 % werkelijk gevoelde chronische vermoeidheid.
Heb je op een ander terrein ernstig last van iets, dan ontwikkel je gevolg-gedrag. Als dat aanhoud wordt dat gedrag autonoom doorlopend. Probeert een therapeut de oorspronkelijke bron kleiner te maken, dan kan de gedragsreactie toch stabiel doorlopen.
Het bewuste systeem gebruikt een kleine groep brede bussen voor communicatie. Mentale taken gebruiken veelal dezelfde busorganisatie. Het bewuste systeem maakt gebruik van een kleine groep taakbeheerders met eigen bussen. Het bewuste systeem roteert min of meer continu tussen deze taken.
Schizofrenie is mogelijk een storing in dit besturingssysteem, dus de overgang tussen het bewuste en het autonome deel.
De controle over deze multitasking-omgeving kan blokkeren, misschien door stress (te lang blokkeren van één taak). Als hierdoor schizofrenie ontstaat, dan kan vroege schizofrenie misschien worden behandeld door constante taakrotatieprogramma’s te organiseren.Misschien is vroege schizofrenie detecteerbaar door de reactie te meten bij het veranderen van de snelheid van taakrotatieprogramma`s.
Een andere taak van de taakbeheerders is het organiseren van voor-modellering van informatie. Een gekantelde afbeelding wordt bijvoorbeeld eerst rechtop gezet en gescheiden in relevante delen.
Voor taal geldt hetzelfde. Een verhaal is een georganiseerde serie van delen.
Een beweging is georganiseerd in een serie van bewegingsdelen
Deel 2 het attitudesysteem.
Dit cognitiegedeelte gaat over voorkeuren / persoonlijke overtuigingen, in tegenstelling tot neutrale cognitie
De complexere , uitgebreidere, mentale inhoud moet verwerkbaar zijn door de autonome machine en is naar belangrijkheid per gebied georganiseerd.
Overweeg een driehoek, met de punt naar boven. In de top, het meest geaggregeerde niveau, het meest gegeneraliseerde niveau, het meest abstracte niveau, zul je hoop, idealen, overtuigingen, etc. vinden. Het stuurt alle lagere abstractieniveaus. Het attitudesysteem is georganiseerd op een aantal gebieden, misschien 10 tot 40, met enige onderlinge interferentie.
Bijv. 1 / politiek. De meeste mensen, als ze politiek geïnteresseerd zijn, kunnen statistisch worden verdeeld in een klein aantal (minder dan 10) politieke stromingen, zoals liberaal, sociaal, groen enz. Als ze behoren tot zo’n stroom, is al het andere van weinig belang in politiek relevante thema’s. Intelligentie, hoeveelheid informatie, enz. Het ideaal op het hoogste niveau is van het grootste belang met betrekking tot de houding.
Een politieke groep bestaat dus niet uit 1 driehoek, maar het aantal driehoeken, overeenkomend met de mogelijke stromen, dus elk met zijn eigen verwachtingen, idealen enz. Bovenop en ook met zijn eigen abstracties op lager niveau.
Bijv. 2 / de huwelijksrelatie De hierboven geïntroduceerde driehoek geeft input, geeft richting aan lagere attitudes, gedrag enz.,. Men zou deze driehoek langs de basislijn kunnen spiegelen, waardoor een tweede, neerwaartse driehoek ontstaat. Deze driehoek bevat het emotionele resultaat, ook georganiseerd in meer en minder geaggregeerde niveaus. Net , zoals in het vorige thema, kan men mensen in een al lopende relatie verdelen in een klein aantal statistisch groepen. Theoretisch zou men van statistische groep kunnen migreren naar een betere door de complete set te veranderen.
In de loop van de tijd gebeuren er dingen en deze kunnen de bovenste niveaus van overtuigingen, hoop en idealen ernstig schaden en daarmee ook de emotionele kant.
Gedrag en attitude hebben wederzijds invloed op elkaar.
Zonder de top, de voedende idealen,, geloof en hoop, dan ontstaat een soort relatiemanagement op lagere abstractieniveaus. Dit leidt tot analyses, plus en min keuren, weg van het bijzondere naar doorsnee, niet speciaal maar normaal, gemiddeld, niet speciaal waardevol. Zonder de bron ontstaat een waardeprobleem.
Wanneer in een aantal themagebieden hoop en idealen worden beschadigd of niet worden opgebouwd (jeugd) , dan wordt het leven minder waardevol, minder georganiseerd.
De hoogste abstractieniveaus geven organisatie aan het leven.
religie geeft organisatie
politieke scholen geven organisatie
huwelijksidealen geven organisatie
etc
Zonder attitude-organisatie wordt het leven moeilijk.
Biologische psychologie.
Brainsex. Brain Sex | Anne Moir, David Jessel |
Dit boekje beschrijft de verschillen tussen man en vrouw, te beginnen bij de babytijd.
Dus vanaf het begin. Wat is de strategie van de baby om problemen onder de knie te krijgen. Vaak worden de aanvankelijke opties vlucht of vechten genoemd. Op zoek naar een (sociale) toevluchtsoord (meisje) of een individuele oplossing proberen te vinden, meer vechten, (jongen). In het begin sturen hormonen deze keuze.
Door dit enige tijd te doen, ontwikkelt men zijn / haar eigen oplossingendatabase en wordt deze maatgevender dan het hormoon.. Wanneer zich nieuwe problemen voordoen worden snel de gedragsopties door het autonome brein voorgesteld.
Natuurlijk is dit verschil niet helemaal zwart en wit, maar wordt het hier op deze manier uitgedrukt om de opties te demonstreren. De sociale, wederzijdse intelligentie, aanpassing is veel efficiënter dan dat je alles zelf uitzoekt. Maar het is een zeer conservatieve optie, het leidt nauwelijks tot innovatie, vernieuwing van gedrag en strategie. In de dierenwereld kun je vergelijkbare verschillen zien, groepen olifanten of leeuwen. vrouw meer sociaal, man meer individueel. De gemeenschap als geheel heeft beide bijdragen nodig.
Biologische (incl. genetische en genetische variaties) en omgevingsinvloeden sturen mee aan verschillen in gedragsdatabases. Later is een, gedeeltelijke, verandering mogelijk via het bewustzijn.
(o.a. autisme ?)
gevoelens
Gevoelens zijn al gekoppeld aan de attitude-cognitie-denken-eenheden. Dus we hoeven niet telkens opnieuw te ontwikkelen hoe we ons voelen over een item, het is inclusief geprogrammeerd.
Net als in het vlucht- of vechtgedrag, kan iemand zo’n soortgelijke vooringenomenheid ook zien in meer positieve / optimistische versus meer onzekere, negatieve mentale toestand.. Op de lange termijn leiden negatieve gevoelens tot overeenkomstige negatieve cognities en vice versa. De wederzijdse intelligentie (het uitwisselen van gevoelens van cognities) gaat verloren wanneer mensen, vrijwillig of niet, sociale uitwisseling verminderen en zich wenden tot individuele intelligentie alleen. Wederzijdse intelligentie is natuurlijk altijd meer, midden op de weg en daarmee stabieler.
Voorlopig einde
geenenpsychologie, hoe werkt het brein
Basispsychologie
Nu zien we ons brein als een black box met een bewustzijn en een wat ongedefinieerd onderbewustzijn en de soms moeizame output van dat brein,
Een aantal problemen:
Dementie
Schizofrenie
Depressie
Autisme
Ptss
Chronische vermoeidheid (niet ieders mening)
Burn out
Problematisch relatieleven
zelfdoding
Etc.
Er is geen basiskennis over het functioneringsmodel van ons brein en er lijkt ook weinig ambitie in die richting te zijn.
Laat u uw auto repareren door een sleutelaar die niet weet hoe de motor werkt? Bij mensen doen we dit op grote schaal.
Bij wereldwijd meer dan 300 miljoen depressieve mensen en daarvan 10 tot 15 % zelfdoding , dan ga je dat probleem niet oplossen zonder theorie.
Dus er moet theorie-ambitie komen, liever foute dan geen, van fouten kun je leren, van nietsdoen niet.
Mijn voorstel.
De black box openen.
Een computer werkt met metaalgeleiders als leidingen en halfgeleiders als schakelaars. De snelheid ligt bij een paar miljard stappen per seconde . De mens moet het doen met enkele tientallen stappen per seconde vanwege de zout-ionen (elektrolieten) als schakelaars. Toch presteert de mens en ook het dier uitstekend. Als ik bv. zeg aap, dan weet de luisteraar direkt wat dit voorstelt en dat het woord (begrip) bestaat. Een fenomenale prestatie bij die geringe stapfrequentie.
Het bewustzijn kan dit niet. Het “onderbewustzijn” , vanaf hier noem ik het, het autonome brein, voert die functie uit.
Volgens mij doet dit autonome brein ongeveer alles en beperkt het bewustzijn zich tot kiezen en bijsturen, richting-geven.
Als je aan het praten bent, dan denkt je wellicht, dat je alles ter plaatse formuleert. Niet volgens mij dus. Je bent domweg te langzaam.
Maar opzoeken gaat in 1 stap. Als je praat staat alles ook voortdurend op een interne bus. Het autonome brein levert doorlopend een beperkt aantal beste vervolgzinnen / gedachten. Het brein hoeft niets te vragen, het is kiezen en gebruiken. Als alles van het bewustzijn ook doorlopend op een interne bus staat, dan kan alles langs deze bus voortdurend vergelijken (correleren) met de eigen geheugeninhoud en bij voldoende overeenstemming antwoorden.
Intermezzo. Als je je afvraagt, hoe kan dat autonome brein dat dan, het volgende.
Als je 1 miljoen en 1 euro op de bank hebt staan, dan staat er 2 keer een 1.
De plaats bepaalt de waarde. In het brein is dat net zo. Plaats bepaalt belang. Het autonome brein is voortdurend bezig belang te waarderen en positioneren, ook tijdens de slaap.
De informatie in het brein is dus niet egalitair georganiseerd, maar naar belangrijkheid en daarmee dus ook de interne lijnen.
Einde intermezzo
Je kunt alleen praten m.b.v. wat er al is, wat betekenis heeft. Betekenistoekenning is in het begin heel moeilijk. Moeders snappen dat en wijzen onvermoeibaar naar zichzelf , mama, mama, mama en wijzen naar de peuter : Lisa. Op een gegeven moment valt het kwartje. En langzaamaan gaat het steeds sneller. Het autonome brein moet echter wel zelfstandig beslissen wat belangrijk is. Het autonome brein is geen stuwmeer van gelijkwaardige begrippen/ woorden. Ook complexere gedachten / begrippen moeten een plaats kunnen krijgen , en ook verhalen (iets anders dan losse woorden). Kortom er is organisatie nodig. Het autonome brein doet dit grotendeels zelfstandig.
Intermezzo 2.
Stel nu dat je op een bepaald gebied nauwelijks zo´n prefab zinnen-bestand hebt, bv op small talk gebied is er wat hapering geweest tijdens de opbouw, bv omdat je een beetje autistisch bent of erg verlegen of wat anders. Als je relevante zinnen-database te beperkt is, dan gaat jouw bewustzijn dat niet goedmaken met eigen real-time produktie. Het blijft ondermaats en oplossingen op een te hoog abstractieniveau, je moet bepaalde scripts gebruiken, bv. wat over jezelf vertellen of wat persoonlijks vragen, zijn gedoemd om matig te scoren. Naprogrammeren is de oplossing. Idem voor bijpassende sociale kijkprogramma´s.
Einde intermezzo 2
We praten niet alleen, we bewegen ook. Lopen springen, zwemmen , dansen etc. Iemand die veel danservaring heeft, allerlei losse stappen kent, kan deze ook combineren en er een vloeiend geheel van maken. Net als bij praten staan de vervolgvarianten klaar. Persoonstypische houdingen of bewegingen zijn dus geen gevolg van spieren en botten , maar van bewegingsprogramma.s.
Intelligentie
We kijken nu alleen naar de intelligentie zelf, de werkelijke intelligentie , niet naar iq. , (de potentiele intelligentie).
Het autonome brein is zelf voortdurend bezig met zaken naar belangrijkheid te ordenen. Belangrijkere zaken, meer abstracte zaken staan apart gehuisvest.
Oplossingen voor groepen van soortgelijke problemen worden dan ook in het betreffend gebied geplaatst. Intelligentie is een maat voor het aantal van dit soort oplossingen.
Intelligentie is dus leerbaar. Het iq. wordt daarom bij een test gecorrigeerd voor extra aangeleerde oplossingen (schooltype). Voor slimmere ouders wordt niet gecorrigeerd.
Je kunt wel oplossingen zelf produceren, creativiteit loopt ook hier echter zeer langzaam. Het wekenlang broeden op een thema helpt. Steeds heroverwegen, andere invalshoeken, transfer vanuit andere intelligentiegebieden kan, ook in de slaap, tot nieuwe inzichten (intelligentie) leiden. In het algemeen is nieuw denken langzaam incrementeel.
Leren
Leren is het vullen van de betreffende databases in het autonome deel.
Taal en basisintelligentie thuis, sociale interactie in passende sociale omgevingen, vervolg taal rekenen etc. op school. Sommige dingen leert het brein het beste in bepaalde leeftijdgebieden.
Bij het leren moet je volgens mij dus bedenken dat het autonome deel er iets mee kan. Dat verloopt maar voor een deel via het bewustzijn.
Je hoeft niets te weten als je het maar op internet kunt vinden is onzin. Denken en evalueren vereist autonoom weten. Het autonome deel is ook zelf intelligent.
Is er sprake van een leerachterstand (bv laag-geletterdheid), dan moet je op het juiste abstractieniveau bijleren.
Gedrag.
We halen nagenoeg alles op uit ons brein. Ook gedrag. Eenmaal aangeleerd, dan durf ik wel te voorspellen, dat het terugkomt.
Heb je je aangeleerd om egoistisch te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om dominant te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om strijdbaar te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je je aangeleerd om zachtaardig te zijn, vervolg redelijk stabiel
Heb je jezelf aangeleerd om seks met kinderen te hebben, vervolg redelijk stabiel
Je kunt zo doorgaan.
We slaan alles op in combinatie, inclusief het bijpassende gevoel. Denk je da je op een gegeven moment een bepaald gevoel hebt, 10 tegen 1 dat het mee-opgeslagen gevoel is dat bij je huidige activiteit hoort.
Ben je bang van spinnen, die spin doet jouw echt niets, 100 % zeker, maar dat gevoel is echt.
Ben je oververmoeid, dan voel je je ook oververmoeid. Dat klopt 100 %
Houd dat langere tijd aan, dan programmeer je jezelf daarop.
Valt de bron weg, bv. je werkt niet meer, dan kan het programma wel doorlopen. We slaan vaak herhaalde programma`s met prioriteit op, inclusief het bijpassende gevoel. Ook als de bron weg is, het gevoel is nog 100 % echt.
Er kan dan sprake zijn van 100 % werkelijk gevoelde chronische vermoeidheid.
Heb je op een ander terrein ernstig last van iets, dan ontwikkel je gevolg-gedrag. Als dat aanhoud wordt dat gedrag autonoom doorlopend. Probeert een therapeut de oorspronkelijke bron kleiner te maken, dan kan de gedragsreactie toch stabiel doorlopen.
Het bewuste systeem gebruikt een kleine groep brede bussen voor communicatie. Mentale taken gebruiken veelal dezelfde busorganisatie. Het bewuste systeem maakt gebruik van een kleine groep taakbeheerders met eigen bussen. Het bewuste systeem roteert min of meer continu tussen deze taken.
Schizofrenie is mogelijk een storing in dit besturingssysteem, dus de overgang tussen het bewuste en het autonome deel.
De controle over deze multitasking-omgeving kan blokkeren, misschien door stress (te lang blokkeren van één taak). Als hierdoor schizofrenie ontstaat, dan kan vroege schizofrenie misschien worden behandeld door constante taakrotatieprogramma’s te organiseren.Misschien is vroege schizofrenie detecteerbaar door de reactie te meten bij het veranderen van de snelheid van taakrotatieprogramma`s.
Een andere taak van de taakbeheerders is het organiseren van voor-modellering van informatie. Een gekantelde afbeelding wordt bijvoorbeeld eerst rechtop gezet en gescheiden in relevante delen.
Voor taal geldt hetzelfde. Een verhaal is een georganiseerde serie van delen.
Een beweging is georganiseerd in een serie van bewegingsdelen
Deel 2 het attitudesysteem.
Dit cognitiegedeelte gaat over voorkeuren / persoonlijke overtuigingen, in tegenstelling tot neutrale cognitie
De complexere , uitgebreidere, mentale inhoud moet verwerkbaar zijn door de autonome machine en is naar belangrijkheid per gebied georganiseerd.
Overweeg een driehoek, met de punt naar boven. In de top, het meest geaggregeerde niveau, het meest gegeneraliseerde niveau, het meest abstracte niveau, zul je hoop, idealen, overtuigingen, etc. vinden. Het stuurt alle lagere abstractieniveaus. Het attitudesysteem is georganiseerd op een aantal gebieden, misschien 10 tot 40, met enige onderlinge interferentie.
Bijv. 1 / politiek. De meeste mensen, als ze politiek geïnteresseerd zijn, kunnen statistisch worden verdeeld in een klein aantal (minder dan 10) politieke stromingen, zoals liberaal, sociaal, groen enz. Als ze behoren tot zo’n stroom, is al het andere van weinig belang in politiek relevante thema’s. Intelligentie, hoeveelheid informatie, enz. Het ideaal op het hoogste niveau is van het grootste belang met betrekking tot de houding.
Een politieke groep bestaat dus niet uit 1 driehoek, maar het aantal driehoeken, overeenkomend met de mogelijke stromen, dus elk met zijn eigen verwachtingen, idealen enz. Bovenop en ook met zijn eigen abstracties op lager niveau.
Bijv. 2 / de huwelijksrelatie De hierboven geïntroduceerde driehoek geeft input, geeft richting aan lagere attitudes, gedrag enz.,. Men zou deze driehoek langs de basislijn kunnen spiegelen, waardoor een tweede, neerwaartse driehoek ontstaat. Deze driehoek bevat het emotionele resultaat, ook georganiseerd in meer en minder geaggregeerde niveaus. Net , zoals in het vorige thema, kan men mensen in een al lopende relatie verdelen in een klein aantal statistisch groepen. Theoretisch zou men van statistische groep kunnen migreren naar een betere door de complete set te veranderen.
In de loop van de tijd gebeuren er dingen en deze kunnen de bovenste niveaus van overtuigingen, hoop en idealen ernstig schaden en daarmee ook de emotionele kant.
Gedrag en attitude hebben wederzijds invloed op elkaar.
Zonder de top, de voedende idealen,, geloof en hoop, dan ontstaat een soort relatiemanagement op lagere abstractieniveaus. Dit leidt tot analyses, plus en min keuren, weg van het bijzondere naar doorsnee, niet speciaal maar normaal, gemiddeld, niet speciaal waardevol. Zonder de bron ontstaat een waardeprobleem.
Wanneer in een aantal themagebieden hoop en idealen worden beschadigd of niet worden opgebouwd (jeugd) , dan wordt het leven minder waardevol, minder georganiseerd.
De hoogste abstractieniveaus geven organisatie aan het leven.
religie geeft organisatie
politieke scholen geven organisatie
huwelijksidealen geven organisatie
etc
Zonder attitude-organisatie wordt het leven moeilijk.
Biologische psychologie.
Brainsex. Brain Sex | Anne Moir, David Jessel |
Dit boekje beschrijft de verschillen tussen man en vrouw, te beginnen bij de babytijd.
Dus vanaf het begin. Wat is de strategie van de baby om problemen onder de knie te krijgen. Vaak worden de aanvankelijke opties vlucht of vechten genoemd. Op zoek naar een (sociale) toevluchtsoord (meisje) of een individuele oplossing proberen te vinden, meer vechten, (jongen). In het begin sturen hormonen deze keuze.
Door dit enige tijd te doen, ontwikkelt men zijn / haar eigen oplossingendatabase en wordt deze maatgevender dan het hormoon.. Wanneer zich nieuwe problemen voordoen worden snel de gedragsopties door het autonome brein voorgesteld.
Natuurlijk is dit verschil niet helemaal zwart en wit, maar wordt het hier op deze manier uitgedrukt om de opties te demonstreren. De sociale, wederzijdse intelligentie, aanpassing is veel efficiënter dan dat je alles zelf uitzoekt. Maar het is een zeer conservatieve optie, het leidt nauwelijks tot innovatie, vernieuwing van gedrag en strategie. In de dierenwereld kun je vergelijkbare verschillen zien, groepen olifanten of leeuwen. vrouw meer sociaal, man meer individueel. De gemeenschap als geheel heeft beide bijdragen nodig.
Biologische (incl. genetische en genetische variaties) en omgevingsinvloeden sturen mee aan verschillen in gedragsdatabases. Later is een, gedeeltelijke, verandering mogelijk via het bewustzijn.
(o.a. autisme ?)
gevoelens
Gevoelens zijn al gekoppeld aan de attitude-cognitie-denken-eenheden. Dus we hoeven niet telkens opnieuw te ontwikkelen hoe we ons voelen over een item, het is inclusief geprogrammeerd.
Net als in het vlucht- of vechtgedrag, kan iemand zo’n soortgelijke vooringenomenheid ook zien in meer positieve / optimistische versus meer onzekere, negatieve mentale toestand.. Op de lange termijn leiden negatieve gevoelens tot overeenkomstige negatieve cognities en vice versa. De wederzijdse intelligentie (het uitwisselen van gevoelens van cognities) gaat verloren wanneer mensen, vrijwillig of niet, sociale uitwisseling verminderen en zich wenden tot individuele intelligentie alleen. Wederzijdse intelligentie is natuurlijk altijd meer, midden op de weg en daarmee stabieler.
Voorlopig einde
... link (0 Kommentare) ... comment